Met de Zuiderkruis naar Nederlands-Indië

Ben Vermeulen (1925) werd begin 1946 opgeroepen voor militaire dienst. Hij werd werd ingedeeld bij de 2e afdeling van het 2e regiment Veldartillerie. Het staat in rood geschreven op de hutkoffer die als een stille getuige in de kamer staat: 2-2-RVA. Met deze koffer voer hij met de Zuiderkruis naar Nederlands-Indië.

Je hoeft niet te vragen waar veteraan Ben Vermeulen vandaan komt. Zijn spraak verraadt hem. Een rasechte Rotterdammer. Hij is 92 en vitaal als een jonge kerel. Een vrolijke veteraan, mag je wel zeggen, goed van de tongriem gesneden. Hij doorspekt zijn verhaal met relativerende opmerkingen en geestige kwinkslagen. Maar pas op, onder zijn opgewektheid schrijnt diep van binnen een plek van pijn. “Hij is een stuk van zijn jeugd verloren,” zegt zijn vrouw Els, al even kwiek en welbespraakt als de man waarmee zij inmiddels zestig jaar getrouwd is.

Tegen wil en dank

Vermeulen was vijftien jaar toen de oorlog uitbrak. “Toen kwamen de heren binnen,” zegt hij met gevoel voor ironie. Vanaf dat moment werd het leven hem uit handen genomen. “Ik wilde verder, maar er was geen verder.”

Hij werd geronseld voor de Nederlandse Arbeidsdienst. Tegen wil en dank. “Ik heb niks vrijwillig gedaan, niks, niks,” zegt hij vastberaden. Hij werd eerst tewerkgesteld in Limburg, daarna in de Noordoostpolder, waar hij tot zijn nek in het water ternauwernood aan een razzia ontsnapte. Toen naar Duitsland. “Als beesten in goederenwagons om de spoorrails te gaan repareren die de Engelsen hadden kapot gegooid.” Terwijl hij het vertelt, kruipt de angst voor de gillende bommenwerpers weer tevoorschijn. “Nu ik 92 ben geworden denk ik: Mijn God, hoe heb ik dit geestelijk kunnen overleven. Dat ik niet stapelgek ben geworden!”  Zijn vrouw voegt eraan toe: “Hij heeft er nu meer last van dan toen.”

Hutkoffer

Acht weken na de bevrijding kwam Vermeulen pas weer in Nederland terug. Denk niet dat hij toen zijn leven kon gaan opbouwen. Begin 1946 werd hij opgeroepen voor de militaire dienst. Hij werd ingedeeld bij de 2e afdeling van het 2e regiment Veldartillerie. Het staat in rood geschreven op de hutkoffer die als een stille getuige in de kamer staat: 2-2-RVA. Met deze koffer voer hij met de Zuiderkruis naar Nederlands-Indië. Via Tandjong Priok naar Buitenzorg.

Ben Vermeulen was radiotelegrafist, maar moest net zo goed wacht- en patrouille lopen. De angst voor onverwacht gevaar staat nog in zijn ziel gegrift. “En maar luisteren… en dan hoorde je niet alleen vliegen en muggen en de hele mikmak, maar je hoorde ook het geblaf van de honden en de sluipschutters die steeds dichterbij kwamen…”

Klavieren

In Samarang leerde hij een soldaat kennen die piano speelde. “Ik ben helemaal gek van muziek,” zegt Vermeulen. “Als ik hem zag zei ik: Dop, ga je naar de kantine een beetje klavieren, dan kom ik er zo aan. De muziek verbond ons. Op een avond was er alarm en mijn vriend werd ingedeeld op een braincarrier, een soort rupsvoertuig. Ze liepen op een mijn, alles weg, iedereen dood.”  Ben kan zijn stem even niet bedwingen. Hij dacht dat hij het vergeten was.

Drie jaar diende Ben Vermeulen in Indië. Toen hij thuiskwam was hij 24 en kon hij eindelijk aan zijn eigen leven gaan bouwen.

Huib Neven.