“Geen dag is Deh Rawod uit mijn gedachten geweest”.

“Ik was achttien jaar toen ik terugkwam uit Afghanistan met veel intense ervaringen. Dan denk je dat je volwassen bent. Maar ik moest me in het café identificeren voor een biertje en thuis moest ik me weer netjes aan de regels houden. Dat was heel ingewikkeld.”

Aan het woord is veteraan Eric Goudriaan. Achtentwintig is hij nu. Een sportieve jongen, vriendelijk en bescheiden. “Ik wil niet zo groot over mezelf praten,” zegt hij.

Hij was zeventien toen hij zich aanmeldde bij de Luchtmobiele Brigade. Die rode baret wilde hij koste wat het kost hebben. Hij staat nu ingelijst op de kast.

In juli 2007 ging Eric met het 13e bataljon naar kamp in Deh Rawod. Een onderofficier die voor de vijfde keer was uitgezonden zei over deze periode: “Dit was de meest complete uitzending die je kunt hebben.” En voor compleet moet je hier maar gevaarlijk en gewelddadig lezen.

Alles gaat bewegen

Erics hoofd zit boordevol indrukken. Het is niet makkelijk om erover te praten. Soms struikelt hij over zijn woorden en het zweet staat op zijn rug.

Dagelijks ging hij met zijn peloton op patrouille, geregeld dreigde het gevaar. Hij herinnert zich die keer dat ze met slechts zeven man op een buitenpost zaten en het bericht kregen dat de Taliban in aantocht waren. “We verspreidden ons en ik ben bij de poort op de muur gaan liggen. Ik kan je vertellen dat dan alles gaat bewegen, de woestijn, de stenen, de bomen…”

Talibanvuur

Onuitwisbaar werd de oorlogservaring in september 2007. “De dag ervoor hadden we met behulp van twee Apachehelikopters een Amerikaanse eenheid ontzet. Alles om ons heen weggeschoten. Die nacht verbleven we in de overwatch (een heuvel van waaruit je de omgeving in de gaten kunt houden). De volgende dag waren we net op weg om een bermbom onschadelijk te maken, toen de hel losbarstte. We zaten opeens midden in een vuurgevecht met de Taliban.”

Eric is even stil. “Je hoeft niet verder te vertellen,” zeg ik. Maar dat wil hij wel.

“In dat gevecht is mijn maatje omgekomen. Wij konden geen kant op, er kon geen voertuig bij ons komen en de munitie raakte op. Onder hevig Talibanvuur kon het lichaam van de collega worden weggehaald. Wij werden ’s avonds met behulp van een ander peloton en luchtsteun bevrijd.”

Eric heeft in de viereneenhalve maand die hij in Afghanistan was talloze confrontaties meegemaakt, maar dit was wel de heftigste.

Verwerking

Tijd om de indrukken en ervaringen te verwerken was er niet. “Na de dood van onze maat hebben we een dag rust gehad en toen zijn we weer op patrouille gegaan.”

De verwerking van dit alles heeft enige tijd gekost, maar Eric heeft het een plek kunnen geven. “Wel is er sinds mijn terugkeer geen dag geweest dat ik niet aan Deh Rawod heb gedacht.”

Huib Neven.