“Ik werd chef van de timmerwerkplaats”

Het zal veteraan Pieter Arie Knegt niet gebeuren dat belevenissen uit zijn lange leven in de vergetelheid raken. Hij heeft zijn levensloop minutieus in een datalijst opgetekend:

– 10 november 1928: geboren in IJsselmonde. Wijk B. nummer 25

– 1 april 1938: naar de 4e klas, onderwijzer Mart Huizer (vader van Lennie Huizer, waarnemend burgemeester Krimpen aan den IJssel 2008 – 2016)

En zo verder, tot op de dag van vandaag, netjes bijgewerkt in de computer.

Datalijst

Een vriendelijke, goedlachse man is Piet Knegt. Moeilijk ter been, een beetje doof. Maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door zijn heldere geest. Als hij vertelt over zijn leven, hoeft hij nauwelijks te spieken in zijn datalijst.

Na de lagere school bezocht hij de Ambachtsschool en werd timmerman. Voor 6 gulden in de week ging hij als jeugdig timmerman aan de slag. Noodgedwongen moest hij stoppen met werken om te ontkomen aan de Duitse razzia’s. Gelukkig kwam hij zonder kleerscheuren door de oorlogsjaren. Wel scheurde hij zijn schouderblad tijdens het bevrijdingsfeest in IJsselmonde.

Chef timmerwerkplaats

Op 10 september 1948 werd Knegt opgeroepen voor de militaire dienst in Ede. “Het hoefde voor mij niet zo. Ik was net weer lekker aan het werk.” Hij kreeg in Oldebroek een Indische Gevechtsopleiding, werd bevorderd tot wachtmeester en ingedeeld bij Batterij 43 afdeling Veldartillerie. Het was geen verrassing dat hij op 30 september 1949 naar Indië werd uitgezonden. “Ik had er wel een beetje de pest in”, zegt Pieter. “Ik had net verkering. Ik had gehoord dat je kon worden doodgeschoten of met de klewang bewerkt.”

Hij vertrok vanuit Amsterdam met ms Tabinta en kwam op 28 oktober 1949 in Batavia aan.

“We werden in 3 afdelingen gesplitst. Onze afdeling werd gebruikt om alle vacante plaatsen in te vullen. Ik zei tegen de indelingsofficier dat ik wel graag in mijn eigen vak wilde blijven. En dat gebeurde. Ik werd chef van de timmerwerkplaats in Djatinegara, een voorstad van Batavia.” Wachtmeester Knegt had daar de leiding over 4 Nederlandse militairen en zo’n 30 inlanders. Ze zorgden voor onderhoud van de gebouwen, repareerden auto’s en maakten bagagekisten voor de soldaten die naar huis gingen.”

Geen slechte tijd

“Het was geen slechte tijd,” vertelt Piet Knegt. “We verbleven op verschillende plaatsen: een kampement, een onderofficiersmess, een woning… Alleen aan de kapot geschoten auto’s die bij ons binnengebracht werden, merkte je dat het oorlog was. Zelfs de soevereiniteitsoverdracht op 27 december 1949 ging bijna ongemerkt voorbij.”

Einde diensttijd

Voor het einde van de uitzending laten we de datalijst weer spreken, kort en krachtig:

16 oktober 1950: ingescheept op ms Nelly

25 oktober 1950: gerechtigd tot het dragen van het ereteken voor Orde en Vrede

11 november 1950: aankomst in Rotterdam en per bus naar huis

15 november 1950:  einde diensttijd

Toen kon veteraan Knegt zich eindelijk verloven met Mien Dubbeldam aan wie hij tijdens de uitzending trouw elke week een brief schreef.

Huib Neven