“Bang? Ik weet niet wat dat is”

Ze bestaan echt –  mensen die voor niks en niemand bang zijn. Die, ook als het leven tegenstribbelt, zich niet van hun stuk laten brengen, maar voortvarend (om niet te zeggen: rebels) hun weg gaan.

Pieter Willem van Dort (1926) is zo iemand. Als kind al trok hij zijn eigen plan. Regelmatig liep hij van huis weg. Hij was amper zeventien toen hij zich in België als oorlogsvrijwilliger  meldde. Het was 1944. Het zou drie jaar duren voordat hij weer in een normaal bed zou slapen. Met het Canadese leger trok hij door België, Oost-Nederland en Duitsland.

Verhalen

Van Dort zit boordevol verhalen. “Ik wil ze zo graag vertellen”, zegt hij, maar hij heeft moeite  de woorden te vinden. Een paar jaar geleden werd hij getroffen door een herseninfarct en raakte rechtszijdig verlamd. Soms wordt hij boos als hij de verhalen in zijn hoofd niet naar buiten krijgt, maar direct daarna breekt zijn gezicht weer open in een ontwapenende lach. Zijn optimisme en zijn humor zijn sterker dan de beperkingen die het herseninfarct hem heeft opgelegd. Gelukkig maar dat hij een paar jaar geleden al zijn belevenissen gedetailleerd te boek heeft gesteld. Het verhaal leest als een thriller, maar is bittere werkelijkheid.

Bataljon 1-3-RI

In november 1945 nam de Johan van Oldenbarnevelt hem mee naar het verre oosten. Eerst naar Malakka en toen, in maart 1946, voer hij met een oude kolenboot naar Indië voor de eerste politionele actie. Hij was met zijn bataljon 1-3-RI nog maar pas in Bandoeng gestationeerd, of hij wist ternauwernood het vege lijf te redden bij de ontploffing van een opgeslagen voorraad munitie en vliegtuigbommen. Bij de eerste gevechtsactie sneuvelde zijn beste vriend, vlak naast hem. Hij is even stil voor hij verder vertelt.

Stalen zenuwen

Was hij bang? “Ik weet niet wat dat is, ik ben nooit bang geweest.” En dat terwijl hij als infanterist alles heeft beleefd wat een soldaat in oorlogsomstandigheden maar kan meemaken. “Bij het wacht- en patrouillelopen moest je stalen zenuwen hebben. Overal loerde het gevaar. Je was tot het uiterste gespannen.” Over de gevechtshandelingen wil hij wel iets kwijt, maar de details laat hij liever onbesproken. “Niemand gelooft dat toch!” roept hij uit. De foto’s van de dode Hizboellahstrijders spreken echter boekdelen. Eén voorbeeld wil hij dan wel geven. “Ik liep door een rijstveld, toen een stervende strijder nog probeerde met zijn klewang mijn voeten af te hakken.”

Voordat soldaat 1e klas Van Dort in 1948 repatrieerde, was hij op Sumatra nog een poosje schipper op een verkenningsvaartuig. Ook niet van gevaar ontbloot, vooral niet toen hij met motorpech in een mijnenveld terecht kwam. Maar bang? Nooit geweest.

Schilderijen

Een bijzonder mens, die Pieter Willem van Dort. Doortastend, blijmoedig en veelzijdig. Vóór zijn herseninfarct maakte hij al prachtige schilderijen. Daarna leerde hij met onvoorstelbaar doorzettingsvermogen links te schilderen. Nu maakt hij dromerige impressionistische landschappen. Alsof hij met de schoonheid van de kunst de vuilheid van de oorlog wil vergeten.

Huib Neven.