“Het waren zware weken met weinig slaap”

Ronald Molenaar heeft op alle voertuigen gereden die er bestaan. Vooral op hele grote. Na een chauffeursopleiding bij de Havenvakschool in Rotterdam, kwam hij bij een transportbedrijf terecht. Maar hij wilde meer. Op een dag stopte hij met zijn vrachtauto spontaan voor de banenwinkel van de Landmacht aan de Blaak in Rotterdam. “Ik ben zo terug,” zei hij tegen de collega naast hem. “Ik ben naar binnen gerend en heb gevraagd of ze een chauffeursbaan voor me hadden, maar alleen voor het zware materiaal.”

Het was het begin van een veelbewogen carrière bij Defensie.

Macedonië

In 2002 werd hij uitgezonden naar Macedonië, net nadat hij zijn toekomstige vrouw Annerieke had leren kennen. Een internationale troepenmacht moest ervoor zorgen dat de verkiezingen niet uit de hand liepen. Maar de missie werd breder. In het primitieve kamp waar zij bivakkeerden werd een waterput geslagen en met tankwagens werd het water in de omliggende dorpen gedistribueerd.

Na vijf maanden keerde Ronald terug naar de basis in Stroe. Hij werd plaatsvervangend groepscommandant bij de eenheid ‘140 Zwaar Transport’. “Hoe groter de transportmiddelen zijn, hoe mooier ik het vind,” grijnst Ronald.

Afghanistan

In 2007 werd korporaal Molenaar uitgezonden naar Afghanistan. Hij kwam met drie pelotonsgenoten in Deh Rawod terecht. Ronald laat zijn fotoboek zien: met zandzakken beveiligde, troosteloze kampen, stoffige legervoertuigen en soldaten, kale landschappen waarboven de hitte bijna voelbaar staat te trillen… Nee, geen vakantieresort. Het was wel degelijk oorlog. Ronald herinnert zich dat hij in een open jeep buiten het kamp op wacht werd gezet, terwijl er een aanval van de Taliban werd verwacht. “Het was aardedonker. Overal om ons heen werd geschoten. Dat had voor mij ook heel anders kunnen aflopen,”  zegt Ronald met gevoel voor understatement. Hij kan er goed over praten, hoeft niet naar woorden te zoeken. De gebeurtenissen lijken als een open boek in zijn geheugen te staan.

Oekraïne

In de zomer van 2014 – Ronald was inmiddels onderofficier en gelegerd in Garderen – zat hij in zijn kantoor te werken, toen een kapitein binnen kwam en de deur achter zich sloot. “Dan weet je dat er iets aan de hand is.” Of hij diezelfde avond naar Oekraïne wilde, waar net de MH17 was neergehaald. “Al was het gisteren,” antwoordde Ronald, altijd tot hulp bereid.

Hij werd gestationeerd in een dorpje vlak bij de rampplek waar hij verantwoordelijk werd voor de aanvoer van de benodigde goederen voor de hulpverleners, van waterfles tot lijkenzak. En – wat heftiger was – alles wat de forensische diensten op de rampplek verzameld hadden, moest bij hem worden ingeleverd voor verdere verzending. “Daar zaten ook menselijke resten bij.” Ronald wil er niet te veel over zeggen, maar de indrukken moeten onbeschrijfelijk zijn geweest. “Het waren zware weken met weinig slaap, maar ik ben blij dat ik daar mijn steentje heb mogen bijdragen.”

Vijftien jaar heeft Ronald Molenaar als militair gediend. Hij had het niet willen missen.

Sturen doet hij nog steeds, maar nu op de ambulance. De hulpverlening zit in zijn bloed.

Huib Neven