Nog steeds in dienst van defensie

Rudolf – niet zijn echte naam – is een jonge veteraan. Hij is nog steeds in dienst bij defensie. Na een uitzending naar Afghanistan met de pantserinfanterie, diende hij nog bij de Luchtmobiele Brigade. Een militair pur sang, zelfbewust en bereid zich waar dan ook in te zetten.

Rudolf is een jonge veteraan. Toch heeft hij al veel levenservaring opgedaan, niet in de laatste plaats in het leger. Hij heeft die ervaring verwerkt tot een duidelijke mening over tal van zaken in de wereld om zich heen, al heeft hij nog veel onbeantwoorde vragen. Hij wil liever niet herkenbaar in de publiciteit. Deels uit bescheidenheid, deels omdat hij nog steeds in dienst is bij defensie. Rudolf is dan ook niet zijn echte naam.

Rode baret

Hij solliciteerde bij defensie toen hij het in de horeca wel had gezien. Hij zocht naar uitdaging en koos voor de infanterie, geïnspireerd door zijn opa die als KNIL-militair drie jaar op Java had gevochten.

Hij zegt er eerlijk bij dat hij geen ambities had om de wereld te verbeteren. “Wat hebben wij eigenlijk te zoeken in al die delen van de wereld waar het verkeerd gaat?” stelt hij zichzelf steeds weer de vraag. Met zijn keuze voor het leger wilde hij vooral aan zijn eigen ontwikkeling werken. “Ik wilde iets bereiken waar ik trots op kon zijn.”

“Is dat gelukt?”

“O, absoluut, je wordt gedwongen je eigen grenzen te verleggen en dan blijk je meer te kunnen dan je voor mogelijk had gehouden.”

De gebeurtenissen van 11 september 2001 deden hem definitief besluiten de militaire dienst in te gaan. “Daar moet je niks nobels in zien, hoor. Er was een soort woede in me.”

Hij kreeg zijn basisopleiding in Assen, en kwam daar bij de pantserinfanterie terecht. Later, na zijn uitzending naar Afghanistan, diende hij nog bij de luchtmobiele brigade. De rode baret droeg hij met ere. Een militair pur sang, dapper, zelfbewust en bereid zich waar dan ook in te zetten. Helaas liep dat in Afghanistan uit op een teleurstelling.

Teleurstelling

“We hebben uiteindelijk niet kunnen doen waarvoor we kwamen. We zouden met ons peloton verkenningsactiviteiten gaan verrichten voor konvooiverplaatsingen, maar de commandant wilde er zijn vingers niet aan branden. Toen het niet doorging, zaten we er eigenlijk een beetje voor spek en bonen bij. We zijn nauwelijks het kamp uit geweest.”

Voor een militair die de handen uit de mouwen wil steken, is dat teleurstellend.

“Moet Nederland zijn bijdrage blijven leveren in de brandhaarden van de wereld?” Rudolf reageert resoluut: “Daar heb ik geen antwoord op. Als ik kijk naar de jongens die niet thuiskomen en de vele gewonden, zichtbaar en onzichtbaar, dan vraag ik me af het dat alles waard is.”

Rudolf is nog steeds in dienst van defensie, nu als burgerambtenaar. Hij zoekt nog altijd naar uitdaging in zijn leven, maar geeft nu graag de beurt aan zijn vrouw om haar studie af te maken.

Huib Neven.