“Er was iedere dag spanning”

Veteraan Bos heeft een groot deel van zijn werkzame leven, van 1968 tot 2004, bij defensie doorgebracht. Een enerverende loopbaan van vallen en opstaan, van spanning en  teleurstelling, van plichtsbetrachting en loyaliteit. Zijn werkkamer ademt defensie, de wanden spreken duidelijke taal: emblemen, insignes, certificaten, stafkaarten… het zijn de stille getuigen van vier (!) uitzendingen.

Blauwe baret

Wim Bos was 19 jaar toen hij naar de beroepsopleiding van de KMS ging. Als sergeant 1e klas werd hij in Den Haag gestationeerd. Beheer en logistiek was zijn specialiteit.

In 1980 kreeg hij te horen dat hij zou worden uitgezonden naar Libanon. “Ik stond niet te juichen,” zegt Bos. “Ik was nog herstellende van een flinke longaandoening en had een jong gezin.” Maar er was geen ontkomen aan. Van november 1980 tot mei 1981 zat hij met blauwe baret in een dorpje in Zuid-Libanon en deed mede het beheer van het Nederlands bataljon van Unifil.

Sinaï

In 1988 volgde de uitzending naar de Sinaï met de Multinational Force Observers, een internationale troepenmacht die in de Sinaï de grens tussen Israël en Egypte bewaakte.

Sergeant-majoor Bos, nu met steenrode baret, was ook daar verantwoordelijk voor de logistiek. Het leek een probleemloze uitzending te worden. Zelfs zijn vrouw kon overkomen om met hem een korte vakantie in Egypte te vieren. Tot dat moment in Israël. “Terwijl ik voor het leger inkopen doe, loopt er een klein meisje langs met een poppenwagen. Even verder loopt ze langs een auto waarin een bom ontploft… Hier wil ik het maar bij laten.”

Zagreb

De derde uitzending van november 1991 tot januari 1992 bracht Bos door in Zagreb onder de paraplu van de European Committee Monitoring Mission.

Volgens het orgaan van het Veteraneninstituut was dit een van de vergeten uitzendingen. Niet voor Wim. “Er was iedere dag spanning.” Hoewel hij daar niet als militair maar als ambtenaar van buitenlandse zaken werkte, waren de ervaringen niet minder ingrijpend. Soms ging hij met de waarnemers mee het land in, tussen de antitankmijnen door. Wat hij meemaakte wil hij liever niet vertellen en wat hij wel vertelt, moet ik maar niet opschrijven.

Nog eens Sinaï

“In september 1993 – mijn moeder was net overleden –  kreeg ik te horen dat ik weer naar de Sinaï moest. Ik had geen keus. Ik had een hogere officier op de tenen getrapt. Dezelfde plek als bij de vorige uitzending, dezelfde kamer, hetzelfde bureau, hetzelfde werk, van november 1993 tot mei 1994.

PTSS

Vier uitzendingen … bijna werden het er vijf voor adjudant Bos, maar de Militaire Gezondheidszorg stak er een stokje voor. De dokters had inmiddels PTSS geconstateerd. Ongeschikt voor uitzending.

“Drie jaar geleden ben ik in behandeling gegaan. Dat was verschrikkelijk. Iedere traumatische ervaring moest ik opnieuw beleven. Ik zag ineens de kleur van het jasje van het meisje achter de poppenwagen.”

Een veelbewogen loopbaan, vaak een hindernisbaan. Frustratie, maar ondanks alles loyaliteit. “Daar in de kast hangt mijn uniform,” zegt Wim Bos, “ik wil er in begraven worden.”

Met moeite verbergt hij zijn emoties.

Huib Neven