“Eigenlijk voel ik me geen veteraan,” zegt veteraan Jasper van der Drift (1984) in alle bescheidenheid. “Het woord veteraan roept bij mij het beeld op van mannen en vrouwen die écht oorlog hebben gevoerd.” Maar dan vergeet Jasper even dat iedere militair, jong of oud, die uitgezonden is geweest, zich veteraan mag noemen.

Een pittige opleiding

Van der Drift wist al jong welke kant hij op wilde: bij de politie of in het leger. “Ik was net 17 toen ik met mijn spulletjes voor de poort van de Luchtmobiele Brigade in Schaarsbergen stond.” Een pittige opleiding, te vergelijken met die van de mariniers. Daarna nog een opleiding pionier/verkenner en een opleiding tot explosievenexpert.

“Ik was zeer gemotiveerd, ook voor een uitzending,” vertelt Jasper. “Uit avontuur, ja dat ook, maar vooral om iets te betekenen voor mensen in landen waar het slecht gaat.”

Uitzending

Twee jaar later, in januari 2003, volgde de uitzending naar Afghanistan. Jasper was 19 jaar jong, maar wist waar hij aan begon. “We waren ons zeer bewust van de gevaren. Daarom zorgden we naast de trainingen voor veel gezelligheid en feesten. We dachten: misschien komen we wel niet terug.” Hij was niet de enige die zo dacht. “Bij het afscheid stond mijn vader met tranen in de ogen. Ik had hem nooit zien huilen.”

In een bunker

Dat de gevaren inderdaad dichtbij waren, bleek bij hun aankomst in het kamp vlakbij Kaboel. “De eerste de beste avond bij het donker worden ging het luchtalarm af. De Taliban was bezig het kamp te beschieten. We hebben urenlang in een bunker gezeten tussen opgestapelde zandzakken en ik dacht: dit is wel echt.”

Kinderen

Na een weekje acclimatiseren begon het eigenlijke werk. Op surveillance in open auto’s. Ze patrouilleerden in Kaboel en omliggende dorpen. “Dan zie je pas wat decennialang oorlog in dat land heeft aangericht. Kogelgaten in armoedige lemen hutjes, kapotgeschoten huizen, restanten van tanks langs de kant van de weg …” Op een van hun tochten vonden ze zelfs een massagraf. De foto’s in Jaspers fotoalbum leveren het desolate en afschuwelijke bewijs.

In contrast daarmee de kinderen. “Die zwaaien naar je en zijn blij dat je er bent. Alleen als ze plotseling verdwijnen, dan moet je scherp zijn, dan dreigt er gevaar.”

En gevaar dreigde overal. Een groep reed op een IED (improvised explosive device), zoals bermbommen officieel heten. 1 dode, 2 zwaargewonden. “Wij zijn er naar toe gereden om hulp te verlenen. Dan komt het wel erg dichtbij,” zegt Jasper.

Alles voor niks

Na 4 maanden zat de missie erop. “Ik heb wel het gevoel gehad dat we daar wat veiligheid hebben kunnen brengen. Maar nu zijn we weer helemaal terug bij af. Alles is voor niks geweest. Ik moet wel vaak aan die kinderen denken. Ze hebben niks en van niks maken ze alles. Wat een verschil met onze kinderen!” zo besluit veteraan Van der Drift zijn verhaal.