“Bij Defensie bestaat een groepsgevoel dat je in de burgermaatschappij nergens vindt,” zegt veteraan Maickel van Doorn (1971) met grote stelligheid. Hij kan het weten. In 1989 vervulde hij zijn militaire dienstplicht. Daarna ging hij terug naar zijn oude baan in de horeca. Hij miste  daar de kameraadschap van het leger. Toen meldde hij zich in 1994 als vrijwilliger bij de Luchtmacht. Hij werd opgeleid tot grondverdediger, belast met de beveiliging van vliegtuigen, helikopters en straaljagers in Nederland en daarbuiten. Uiteindelijk werd hij boordschutter op een Chinook-helikopter. “Zo’n Chinook is een machtig apparaat. Bij zo’n crew horen, dat is het mooiste wat er is. Een jongensdroom die uitkomt.”

Kosovo-oorlog

Eind 1998 werd 298 Squadron, waar Maickel deel van uitmaakte, uitgezonden naar Kosovo. De manschappen werden aanvankelijk ondergebracht in een hotel in Skopje. Later, toen de situatie grimmiger werd, evacueerden ze naar de basis.

“Het was midden in de Kosovo-oorlog. Wij opereerden onder de NAVO-vlag onder de noemer EFOR (Extraction Force). Het was onze taak om als het nodig was de OVSE-waarnemers (Organisatie voor veiligheid en samenwerking in Europa) te evacueren uit Kosovo. Veel spanning en dreiging. Maar de saamhorigheid hield je op de been. De kameraadschap, ook met de Engelsen, Fransen en Duitsers die daar gelegerd waren, was geweldig. We waren op elkaar aangewezen en deelden lief en leed.” En er was veel leed te delen. Op mijn vraag of ze daar in actie zijn gekomen, antwoordt Maickel met een zekere terughoudendheid: “Wij zijn daar in actie gekomen.” Vervolgens blijft het stil. Of hij daar iets over wil vertellen. Hij hoeft niet lang na te denken voordat hij ‘nee’ zegt. Maickel houdt het liever voor zichzelf.

Albanië

Na drie maanden zat de missie in Kosovo er op. “Ik wist toen al dat ik nog een keer zou worden uitgezonden,” vertelt Maickel. Het werd Albanië, in de zomer van 1999, met dezelfde crew. Een humanitaire missie, ook onder NAVO-vlag. “Er was een enorme vluchtelingenstroom uit Kosovo op gang gekomen. Die mensen werden in de omliggende landen in immense tentenkampen opgevangen. Wij zorgden met onze Chinooks voor de aanvoer van goederen, voedsel en medicijnen. Soms ook voor vervoer van vluchtelingen.

“Hartverscheurende taferelen,” zo herinnert Maickel zich. “Bij deze missie hebben we echt mensen in nood kunnen helpen.”

Ethiopië en Eritrea

Er komt zelfs een derde uitzending van niet minder dan zes maanden. Missie UNMEE van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties in Ethiopië en Eritrea. “De luchtmacht leverde daar met vier Chinooks ondersteuning aan het 2e Mariniers Bataljon. Dit bataljon moest verspreid door het land toezicht houden op het staakt-het-vuren. Wij zorgden met onze helikopters voor de logistiek en de medische zorg.”

Drie uitzendingen… “Ik had ze voor geen goud willen missen,” zegt Maickel beslist. “Maar die eerste met al zijn spanning en dreiging was toch de mooiste.”

Zo dubbel kunnen de belevingen van een veteraan zijn.

Huib Neven